De Belastingdienst legde aan een werkgever een naheffingsaanslag loonbelasting op in verband met privégebruik van bedrijfswagens zonder dat rekening was gehouden met een bijtelling bij het loon van de werknemers. In verband daarmee wilde de werkgever een bedrag van € 9.408 verhalen op het loon van een van de werknemers. De werknemer bestreed dat de werkgever het recht had om de opgelegde naheffingsaanslag op hem te verhalen. Volgens de werknemer had hij met de werkgever afspraken gemaakt over het privé mogen gebruiken van de bedrijfswagen. Dat zou hem zijn toegestaan in de plaats van een loonsverhoging.
De kantonrechter stelde vast dat de werkgever wist dat de werknemer privé gebruik maakte van de bedrijfswagen. De werkgever heeft de werknemer daar nooit op aangesproken of om een kilometerregistratie gevraagd en heeft geen bijtelling toegepast. De kantonrechter merkte verder op dat een naheffingsaanslag in beginsel bij wijze van eindheffing wordt opgelegd. Dat houdt in dat de werkgever als inhoudingsplichtige de loonheffing voor zijn rekening neemt. Verhaal van de nageheven loonbelasting op de werknemer is dan niet toegestaan. Verhaal is wel mogelijk als de werkgever de Belastingdienst vraagt om oplegging van een gewone naheffingsaanslag en de regels voor eindheffing buiten toepassing te laten.
In deze procedure heeft de werkgever geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om eindheffing te voorkomen. Dat betekent dat de werkgever het bedrag van de verschuldigde eindheffing niet als te veel betaald loon op de werknemer mag verhalen.